Ik heb eigenlijk geen idee meer hoe software tegenwoordig werkt, maar in de jaren '80 gaf je aan dat een stuk software dat op schijf stond alvast vooraf geladen moest worden (1) en of het in het geheugen moest blijven staan (2).
Dat eerste was o.a. om te voorkomen dat je een soort diskjokey werd, als je met floppy disks werkte. Ik ergerde me soms aan software waar je soms wel 20x tussen systeem en programma floppy moest wisselen, terwijl de programeur alle benodigde systeemfiles in 1 keer had kunnen preloaden en dan pas naar de programmadisk had moeten gaan. Allemaal programeurs die ervan uitgingen dat iedereen wel twee drives aangesloten had en geen tijd wilden stoppen om het ook bruikbaar te maken voor de 'arme studenten' die het met één drive moesten doen.
Dat tweede is omdat je weet dat je dat stukje programma later ook nodig hebt. Pas als je dat stukje code helemaal niet meer nodig had, gaf je het geheugen vrij.
Dat gaat tegenwoordig vast anders, maar code die zo vaak nodig is, laat je ook nu vast wel in het geheugen staan en haalt het niet elke keer van disk.